Er is een plek in mij, een diepe stroom,
Waar de leegte fluistert, stil en loom.
Een bodemloze diepte, vaak ongetemd,
Een echo van vroeger, die blijft, die wendt.
Verbinding, zo kwetsbaar, zo waar,
Een basisbehoefte, altijd klaar.
Met jezelf, de spiegel van je ziel,
Met de ander, wie je voelt, wie je deelt.
Pas sinds kort herken ik het licht,
Dat doorbreekt in de duisternis, zacht en dicht.
Een aanraking, een blik, een woord,
Het verbindt, geneest, herstelt, verwoordt.
Maar soms is daar die trigger, klein maar fel,
Die je werpt in een oude, diepe cel.
Kan ik blijven, hier en nu,
Met mezelf, in het moment, waar ik thuishoor, nu?
Mag ik vragen, als het te zwaar wordt,
Of jij met me bent, als ik zelf niet meer voort.
Zodat ik voel, zodat ik weet,
Dat verbinding de kracht is die steeds weer leeft.
Ik houd van de mensen, om me heen,
Verbinding is waar we voor leven, niet alleen.
Het voelt kwetsbaar, spannend, en echt,
Maar ik blijf erbij, want het is wat ons hecht.
Verbinding, een drijfveer, een doel,
Waar we groeien, waar we voelen, waar we woelen.
In die stroom, diep vanbinnen,
Ligt de kracht om echt te beginnen.
Reactie plaatsen
Reacties